Persoonsnr | 12853 | Stamvader | Thielman Claesz Breugel 1505 Den Bosch | Relatiecluster_1 | |
Achternaam | Breugel | Stammoeder | Relatiecluster_2 | ||
Overige_namen | van | Vader | Gerard Tielemans van Breugel 1595-1670 | Naamgenoot | |
Voornaam | Henrick Gerards | Moeder | Josina Hermans van Casteren (de Castro) 1605 | ||
Beroep_bijzonderheden | vanaf 1662 advocaat in ’s-Hertogenbosch, stadspensionaris 's Hertogenbosch. | 1e_partner | Maria Kuchlinus 1648-1679 | 4e_partner | |
Relaties_bijzonderheden | X 1) Maria Kuchlinus (29-12-1667), dr v Jacob Kuchlinus en Margaretha van Hoevel. Kind: Herman X Jeanette van der Graeff, Joan Festus X Judith de Peyrou, Gerard X Suzanne Thierens. X 2) Bertruida ten Hage, dr Johan Dircksz en Johanna Swaen. | 2e_partner | Bertruida ten Hage 1647 | 5e_partner | |
Data_persoon | Henrick Gerards van Breugel, zn v Gerard Tielemans van Breugel en Josina van Casteren. Geb. 15 juli 1637. Overl. 29-1-1703. | 3e_partner | 6e_partner | ||
Geboortemaanddag | 15 | Overlijdensmaanddag | 29 | Rechte_afstamming | 0 |
Geboortemaand | 7 | Overlijdensmaand | 1 | Speciaal | 0 |
Geboortejaar | 1637 | Overlijdensjaar | 1703 | Niet_publiek | 0 |
Geboorteplaats | Plaats_overlijden | Man | 1 | ||
Geboorteprovincie | Provincie_overlijden | ||||
Geboorteland | Land_overlijden | Bron | De voorname huizen van Den Bosch deel 2, pag. 523, 524. | ||
Zoon | Joan Festus van Breugel 1670-1719 | 1e_partner | Judith du Peyrou (Peyron) 1670 | 2e_partner | |
Zoon | Gerard van Breugel 1673-1740 | 1e_partner | Suzanne Thierens 1672-1741 | 2e_partner | |
Zoon | Herman Hendriks van Breugel 1675-1741 | 1e_partner | Jennette Jans van der Graaff 1677 | 2e_partner |
Aard | Bron | Omschrijving | ALGEMEEN | In 1656 schreef Hendrik zich in aan de universiteit van Leiden, waar ook zijn broer Herman had gestudeerd, en promoveerde daar in 1662 tot doctor in de beide rechten op een proefschrift, getiteld De in Integrum restitutionibus. | ALGEMEEN | Hij was griffier van de schepenbank tussen 1667 en 1675 en vanaf dat jaar tot aan zijn dood in 1703 was hij stadspensionaris. Hendrik van Breugel was tevens collator en administrator van de beurzenstichting van Hester van Griensven. | ERFDELING | In 1687 kreeg Van Breugel, inmiddels weduwnaar, van zijn schoonvader alle goederen gelegateerd, die deze in zijn huwelijk met zijn eerste vrouw had bezeten. De wijze waarop hij deze taak vervulde liet naar het schijnt te wensen over | ERFDELING | en om die reden werd de functie na zijn overlijden niet overgedragen aan zijn zoon Herman, oud-schepen en raad, die daarom had verzocht, maar aan diens neef Gerard van Breugel (1672-1716), |
---|