Persoonsnr | 26881 | Stamvader | Relatiecluster_1 | ||
Achternaam | Boekhorst | Stammoeder | Relatiecluster_2 | ||
Overige_namen | van de | Vader | Jan Jansz II van de Boekhorst 1380 | Naamgenoot | |
Voornaam | Jan III | Moeder | |||
Beroep_bijzonderheden | heer Noordwijk Noordwijkerhout | 1e_partner | 4e_partner | ||
Relaties_bijzonderheden | X 1) NN. X 2) NN. X 3) Elisabeth van Alkemade (voor 5-4-1538), dr v Floris van Alkemade en NN. Geen wettig nageslacht ? twee bastaardzonen die ook Jan heetten. (Jan en Daniel van Noordwijk anno 1-8-1434) | 2e_partner | 5e_partner | ||
Data_persoon | Jan van de Boekhorst, zn v en . Geb. ca 1410. Overl. 10-2-1450. Ambachtsheer van Noordwijk (per 2-2-1439) en heer van Noordwijkerhout. | 3e_partner | Elisabeth Florisdr van Alkemade 1400-1479 | 6e_partner | |
Geboortemaanddag | 0 | Overlijdensmaanddag | 10 | Rechte_afstamming | 0 |
Geboortemaand | 0 | Overlijdensmaand | 2 | Speciaal | 0 |
Geboortejaar | 1410 | Overlijdensjaar | 1450 | Niet_publiek | 0 |
Geboorteplaats | Plaats_overlijden | Man | 1 | ||
Geboorteprovincie | Provincie_overlijden | ||||
Geboorteland | Land_overlijden | Bron |
Aard | Bron | Omschrijving | ALGEMEEN | Frans Angevaare | Nadat in 1231 de twee nederzettingen Noirtich en Noirtich inden Houte – dus Noordwijk en Noordwijkerhout – in het oude Northgo onder verschillende ambachtsheren gekomen waren | ALGEMEEN | Frans Angevaare | verkrijgt Boudewijn van Noordwijk, een zoon van de ambachtsheer van Noordwijkerhout, in 1272 het land dat gemeenlijk Bouchorst wordt genoemd, gelegen bij Nortteke, maar in werkelijkheid in het ambacht van Noordwijkerhout. | ALGEMEEN | Frans Angevaare | Boudewijn en zijn leenopvolgers woonden in deze bosrijke omgeving in een kasteel, dat naar het gebied Huys te Boekhorst werd genoemd, en zijn nageslacht ging de naam Van de Boekhorst voeren. | KINDEREN | zie REPERTORIUM OP DE GRAFELIJKE LENEN IN FRIESLAND TEN WESTEN VAN HET VLIE, 1254-1649 door J.C. Kort | WAPEN | Frans Angevaare | De Van de Boekhorsten namen het wapen van de Van Noordwijks (een zwarte klimmende leeuw op een zilver veld) over en voegden daar de rode tong en nagels aan toe. |
---|