ALGEMEEN |
|
Jan van der Does stamde uit een adelijk Hollands geslacht, maar verloor al op vijfjarige leeftijd zijn ouders Johan van der Does, heer van Noordwijk, Langeveld en Kattendijke en diens tweede vrouw, Anna van Nijenrode. |
ALGEMEEN |
|
In 1566 keerde hij terug naar Holland om zijn heerlijkheid Noordwijk te besturen; in hetzelfde jaar trouwde hij met Elizabeth van Zuijlen van Nijeveld. |
ALGEMEEN |
|
Hoewel hij het Verbond der Edelen had ondertekend, ging zijn belangstelling voornamelijk uit naar humanistische studies, in het bijzonder naar de Neolatijnse poëzie. |
ALGEMEEN |
|
Hij mengde zich niet in de politieke en religieuze troebelen van zijn tijd - hij liet zowel katholieken als protestanten in zijn bezittingen hun gang gaan - en legde in 1567 de nieuwe eed van trouw aan de koning af. |
ALGEMEEN |
|
In verband met de landgangen van de Watergeuzen werd het hem in zijn Noordwijkse bezitting te gevaarlijk en vestigde hij zich in zijn stadswoning in Leiden. |
ALGEMEEN |
|
In 1572 koos ook hij voor de Opstand en sindsdien was hij een belangrijke steun voor Oranje. In december 1572 was Jan van der Does een van de leden van het gezantschap |
ALGEMEEN |
|
naar koningin Elisabeth van Engeland, om haar om steun in de vorm van geld en manschappen te verzoeken. |
ALGEMEEN |
|
Toen Leiden door Francisco de Valdez werd ingesloten bevond Van der Does zich in de stad.en nam hij een actief aandeel in de verdediging. |
ALGEMEEN |
|
Nadat bij een eerste uitval hopman Andries Allertsz was gesneuveld, nam Van der Does het bevel op zich van het legertje vrijwillige stadssoldaten. |
ALGEMEEN |
|
Geestverwanten vonden zij in de commissaris van de prins, Dirk van Bronkhorst, en in de stadssecretaris Jan van Hout. Kort na de dood van Bronkhorst op 6 september 1574 benoemde de prins de neven Van der Does tot zijn commissarissen. |
ALGEMEEN |
|
Zij en Jan van Hout waren de vuurvreters die met de soms weifelende burgemeester Pieter Adriaensz. van der Werff de stad Leiden tot het einde toe voor de prins en de vrijheid wisten de behouden. |
BEROEP |
|
heer van Bergesteyn, Noordwijk en Kattendijke |
BEROEP |
|
In 1570 werd hij hoogheemraad van Rijnland en zag hij zich voor het eerst beschreven als lid van de Ridderschap in de Staten van Holland. |
BEROEP |
|
Toen na het ontzet duidelijk werd dat Leiden de vestigingsplaats zou worden van de eerste universiteit van de rebellen, werd Van der Does een van de drie curatoren. |
BEROEP |
|
Onvermoeibaar heeft hij zich toen ingezet voor de uitbouw van de universiteit, o.a. door het aantrekken van beroemde geleerden als Justus Lipsius en Scaliger. |
BEROEP |
|
Zelf verklaarde Van der Does dat het aantrekken van Lipsius belangrijker was geweest dan zijn rol tijdens het beleg. Sinds 1585 was Dousa tevens bibliothecaris van de universiteit en werd hij benoemd tot historiograaf van Holland |
BEROEP |
|
als opvolger van Hadrianus Junius. Hiervoor kwam het goed van pas dat hij een jaar later ook benoemd werd tot charterbewaarder van Holland. |
BEROEP |
|
Zijn geschiedschrijving van Holland beperkt zich echter tot de middeleeuwse geschiedenis en strekt zich niet uit tot de jaren van de Opstand. T |
BEROEP |
|
Tenslotte werd hij in 1591 raadsheer in de Hoge Raad, waardoor hij naar Den Haag verhuisde. |
BEROEP |
Noordwijk-Binnen kustgids |
Eind 16e eeuw bracht de Leidse botanicus Clusius de eerste tulpen naar Leiden en naar de zandige duingrond als vruchtbare bodem daarvoor. In de 19e eeuw overvleugelde de bollen- de kruidenteelt en werd het dorp een bloemenbadplaats". |
FAMILIE |
heren en vrouwen van Noordwijk |
1605-1620: Steven van der Does |
FAMILIE |
heren en vrouwen van Noordwijk |
1620-1627: Nicolaes Amelisz van de Boekhorst |
FAMILIE |
heren en vrouwen van Noordwijk |
1627-1639: Anna van der Does |
KINDEREN |
|
Dirk van der Does, heer van Bergesteyn en Woudenberg, geb. Utrecht 3 nov. 1580, † 7 juni 1663, X Geertruyd van Reede van Nederhorst (25 febr. 1612) |
KINDEREN |
|
Hij kwam onder de hoede eerst van zijn grootvader Frans van Nijenrode, daarna van zijn oom Werner van der Does, die hem voor zijn opleiding in Lier en Delft onderbrachten. Daarna studeerde hij in Leuven, Dowaai en Parijs. |