FAMILIE |
|
Jan die Wolff, de vader van de notaris, komt vanaf 1473 in het Bosch' protocol voor als natuurlijke zoon van Jan die Wolff en van Yda, dochter van Arnt Jans soen. |
FAMILIE |
|
Vermoedelijk woonde zijn moeder in Waalwijk want in 1492 gaf hij een hofstad met gebouwen aldaar in erfcijns uit die hij van zijn moeder had verworven. Zelf woonde hij tot 1483 waarschijnlijk bij zijn vader in huis. |
FAMILIE |
|
Later bezat hij zelf onder meer een huis met erf op het Ortheneinde. Vanaf 1482 komt Jan voor als man van Henricxken, dochter van Dirck van Berze. |
FAMILIE |
|
Deze laatste was in 1459/60 schepen van Den Bosch en had behalve Henricxken nog een dochter Katherijn. Deze tante van de notaris was omstreeks 1488 getrouwd met Lodewich, zoon van meester Lodewich vander Heyden, |
FAMILIE |
|
en later met Dirck Jacop Willems van Hedel. Van haar vader erfde Katherijn waarschijnlijk het stenen huis aan de Markt geheten Rodenborch" (de Rodenburg). V |
FAMILIE |
|
Van 1499 tot 1511 verhuurde ze een deel van dit huis aan de zes gecommitteerden die er hun kantoor hielden. Eén van deze gecommitteerden was in dezelfde periode haar man Dirck van Hedel. |
FAMILIE |
|
Dirck van Hedel werd in 1514 aangesteld als één van de vier bouw- en artilleriemeesters van de stad. Zijn vrouw Katherijn overhandigde op 28 augustus 1524 in hun woonhuis de Rodenburg haar besloten testament aan meester Peter Pelgrom (nr.309). |
FAMILIE |
|
Kort daarna overleed ze. Toen de meester Peter het testament op 26 oktober 1524 in de Engel opende was Dirck van Hedel nog in leven. |
FAMILIE |
|
Volgens Van Sasse van Ysselt had hij bij Katherijn twee kinderen: Katherijn, echtgenote van meester Goyart Tengnagel, en Jacop, echtgenoot van Lysbeth Goessens van Doerne. |
FAMILIE |
|
Dirck die Wolff wordt al in 1486 en 1488 in het Bosch' protocol vermeld als minderjarige zoon van Jan Jans die Wolff. Hij was van omstreeks 1500 tot 1523 werkzaam als secretarieklerk. |
FAMILIE |
|
Dirck die Wolff, die als stadsnotaris ook wel deel uitmaakte van stadsdelegaties, behield zijn functie tot zijn dood in 1537. Hij werd opgevolgd door meester Henrick die Bye |
FAMILIE |
|
In 1511/12 droeg Dirck die Wolff, cum prolibus, als inwoner van het blok van de Markt 4 Rijnsgulden bij aan de zetting. Hij behoorde daarmee tot de rijkste 13 procent van de Bossche belastingbetalers. |
FAMILIE |
|
Toen zijn tante Katherijn van Berze in 1524 overleed erfde hij van haar het huis de Rodenburg op de hoek van de Markt en de Tolbrugstraat, nu Marktstraat geheten (zie boven). |
FAMILIE |
|
Dirck die Wolff overleed in het begin van augustus 1537. Zijn weduwe Mary of Maryken bleef zeker tot in 1567 op de Rodenburg wonen en verhuurde daarvan tot 1553 nog steeds een deel aan de zes gecommitteerden |
FAMILIE |
|
die in 1547 werden vervangen door vier rentmeesters. In 1542, 1548 en 1549 verhoogde Maryken de huur respectievelijk tot 20, 24 en 33 Carolusgulden. |
FAMILIE |
|
Bij de zetting van 1552 werd ze aangeslagen voor 30 Carolusgulden waarmee ze tot de rijkste 5 procent van de Bossche belastingbetalers moet hebben behoord. |
FAMILIE |
|
Het jaar daarop werd de rekenkamer van de Rodenburg naar het Stadhuis verplaatst. Op 31 januari 1567 deed Maryken afstand van haar vruchtgebruik in de Rodenburg ten behoeve van haar dochter Katherijn. |
FAMILIE |
|
Deze was één van de twee dochters die Dirck die Wolff bij Maryken had achtergelaten: Yda en Katherijn. |
KLEINKINDEREN |
Jan Lamberts die Wolff X Katherijn Witmery |
Lambert Jan Lamberts die Wolff en Jenneken Jan Lamberts die Wolff, echtgenote van Jan Jans Liebergen |
KLEINKINDEREN |
Jan Lamberts die Wolff X Katherijn Witmery |
Katherijn Jan Lamberts die Wolff, echtgenote van Abraham Henrick Thomassoen, en Aelken Jan Lamberts die Wolff, echtgenote van Aert Corneliss van Horenbeeck. |