DOPELING |
Stadsarchief Breda te Breda, DTB Dopen Collectie DTB Breda, Bron: boek, Deel: 4, Periode: 1634-1642, Breda, archief CB, inventarisnummer 4, 6 september 1640, Dopen rk Brugstraat 1634-1642, folio 257 |
Doop op 6 september 1640 te Breda: Vader Gerardus de Wijse. Moeder Maria Sprongh. Kind (mannelijk) Cornelis de Wijse. Peter Adrianus Stickers. Meter Cornelia Cornelis. |
ERFDELING |
21-6-1710 |
Dionysius, die dan koopman wordtgenoemd, krijgt de zeepziederij in het huis ’s-Hertogenbosch in de Tolbrugstraat. Hij woont daar al en is zijn vader en oom opgevolgd alsbedrijfsleider. |
ERFDELING |
21-6-1710 |
Aan Jean François wordt de turfwinning onder Zundert toebedeeld. Hij ontvangt verder de hoeve Ende Koy in het Boven-Moer onder Zundert en een partij bos en heide genaamd het Ingeheynt Leen. |
ERFDELING |
21-6-1710 |
Dit gebied is 21 hectare groot en ligt achter Hulsdonk. Het is een leen van deheer van Breda en maakt deel uit van het Beneden Moer. |
ERFDELING |
21-6-1710 |
Verder krijgt hij alle andere moeren aan weerszijden van de grens onder Wuustwezel,Kalmthout, Nieuwmoer, het Spurk en Zundert en alle turfschuiten en het gereedschap. |
ERFDELING |
21-6-1710 |
Elia Theresia krijgt de hoeve De Dogh groot 7,7 hectare op deRith onder Princenhage, diverse stukken land in Princenhage en de Ketel bijde Moerdijk en in de stad het huis De Biekorf aan de noordzijde van de Tolbrugstraat. |
ERFDELING |
21-6-1710 |
Het land bij de Moerdijk is verpacht aan een slager uit Bredadie daar zijn vee op laat vetweiden. |
ERFDELING |
21-6-1710 |
Cornelis Jozef en Petronella krijgen de hoeve Ter Stappen onder Effen. |
ERFDELING |
21-6-1710 |
Deze bestaat dan uit het huis, hof, huiswerf,schuur, stal, gracht, dreven en bomen en verder 28 verspreid liggendepercelen zaailand, weide, heide en bos. |
ERFDELING |
21-6-1710 |
Wat verder weg liggen niet naderaangeduide buitengorzen in Prinsenland en landerijen, weiden en blikken(uitgeveende percelen land) in de polder van Lillo. |
ERFDELING |
21-6-1710 |
In Breda mogen zij zich eigenaar gaan noemen van twee woningen met stal, voorheen een oliemolen, tegenover de Pekbrug en een huis in de St. Annastraat. |
FAMILIE |
van Liesbeth Woutiers: |
nicht Maria Jozef Woutiers die gehuwd was met de advocaat De Foir (eldersgespeld als Du Four) in Brussel en aan haar nicht Christina van de Lemmer die gehuwd was met Johan François de Vroom, koopman in wijnen in Rotterdam. |
KINDEREN |
|
Aleid, maar ook wel Aleydis Theresia of Elia Theresia. Zij werd geboren in 1678 en trouwde in 1708 met de advocaatmr. Johan Cheeuws. |
KINDEREN |
|
Na haar overlijden in 1746 werd zij begraven inMeerle. Leden van de Bredase katholieke elite lieten zich graag in datdorp, dat over de grens in het graafschap Hoogstraten lag, begraven. |
KINDEREN |
|
Dionysius, tussen 1665 en 1669 geboren. |
KINDEREN |
|
Jean François. Hij werd geboren in 1675 en trouwde op 14 september 1722 in dekerk van Meerle met Liesbeth Petronella Woutiers. Op 7 oktober 1735 stierf hij en werd in Meerle begraven. Hun huwelijk bleef kinderloos. |
KINDEREN |
|
Liesbeth Woutiers overleefde haar man 25 jaar. In die tijd maakte zij driemaal een testament op en zette de handel in textiel voort. |
KINDEREN |
|
In 1746 besteldezij vanuit Zeeland wollen kousen en neteldoeken en in 1740 vervoerden Cornelis en Jan Flooren uit Rijsbergen voor haar witte serge stoffen. |
KLEINKINDEREN |
van Johan Cheeuws en Elia Theresia |
Anna Petronella. |
TESTAMENT |
|
Tot executeurs benoemt hij twee nevenen een behuwd neef, namelijk mr. Gerard Ignatius van Dun, Johan Francoisde Wyse en mr. Johan Cheeuws. |