BEROEP |
|
Daniël daarentegen werd net als zijn vader slager. Hij was redelijk welgesteld: in de belastinglijsten van het begin van de zestiende eeuw behoort hij tot de 26% hoogst aangeslagen Bosschenaren, |
BEROEP |
|
aan het eind van zijn leven is hij opgeklommen tot de rijkste 15%. In de jaren 1537/8 en 1544/5 vervulde hij het ambt van deken van het slagersgilde. |
KINDEREN |
bij Margaretha Henricx Papen |
Jutta, was begijn en wordt in 1556 als meesteres van het Bossche begijnhof vermeld. |
KINDEREN |
bij Johanna Andries van (den) Ham |
Yda, een dochter uit het tweede huwelijk, werd elders in de Sint-Jan begraven bij haar man Aert van Antwerpen |
KINDEREN |
bij Johanna Andries van (den) Ham |
Een andere dochter uit dat tweede huwelijk, Peterken, was getrouwd met de Bossche stadssecretaris Willem van Emmerick. |
KINDEREN |
|
Daniëls laatste vrouw overleefde hem vele jaren en werd na haar dood op 29 maart 1569 nieuwjaarsstijl bij haar man begraven. Op de zerk staat haar overlijdensdatum in paasstijl: 29 maart 1568. |
KINDEREN |
BE Erfdelingen (1544-1637) 29.05.1578 | RA 1412 | f 620v |
Reijnier, Jenneke en IJda, kinderen van wijlen Daniel LOIJEN bij wijlen Jenneke zijn huisvrouw, dochter van wijlen Andries van den HAMME; Mr Willem Jan van EMMERICK weduwnaar van Peterken zijn huisvrouw dochter van Daniel en Jenneke voorsz, |
KINDEREN |
BE Erfdelingen (1544-1637) 29.05.1578 | RA 1412 | f 620v |
mede in naam van zijn kinderen: Daniel, Jan en Margaretha - allen erfgenamen van Aleijda dochter van Andries van den HAMME huisvrouw van Cornelis van GIERLE, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Aleijda voorsz: chijnsen en renten. |