BEROEP |
|
in 1654 benoemd tot conrector aan de Illustre school te Dordrecht, komende van Helmond. |
BEROEP |
|
Na zijn ontslag vertrok hij met vrouw en dochter naar Beverwijk. Later woonde hij te Amsterdam, waar hij zeer bevriend was met den boekverkooper Jacob Lescaille, die verschillende werkjes van hem uitgaf. |
BEROEP |
|
..waarom hij in 1671, naar hij meende door toedoen van Mr. Cornelis de Witt, uit zijn ambt ontslagen werd. Nog na den moord op de gebroeders de Witt vervolgde hij den Ruwaard met zijn smaad in zijn Reysende Mercurius. |
BEROEP |
|
In 1683 woonde hij te Vianen. Wanneer hij overleden is, is onbekend, maar in 1698 zag nog van hem het licht: Treurtoneet van Doorlugtige Mannen (Amst. 1698, 3 dln.) |
BEROEP |
|
Door de dood van Cornelis van Beveren in 1663 had de verre van geliefde Dordtenaar Cornelis de Witt zich een voorname positie weten te verwerven in de regering van Dordrecht. |
BEROEP |
|
Lambert toonde zich in zijn werk zeer stadhoudersgezind, wat hem omstreeks 1671 kan hebben opgebroken, toen de kwestie omtrent het Eeuwig Edict een steeds grotere rol ging spelen en die uiteindelijk op |
BEROEP |
|
20 augustus 1672 de koppen deed rollen van de gebroeders De Witt. |
BEROEP |
|
Als Lambert van den Bos inderdaad ontslagen is omdat hij zich tegen De Witt had opgesteld, dan is ook te verklaren waarom Lambert zich zo fel keerde tegen de gebroeders De Witt in zijn Reysende Mercurius (1673) |
BEROEP |
|
en het vervolg daarop, de Spaensche Mercurius (1674). Voor Oudaen vormden beide werken aanleiding tot zijn rabiate, 150 pagina's lange aanklacht tegen Lambert van den Bos. |
BEROEP |
|
In Heemstede was Lambert van den Bos wederom een figuur van aanzien. Hij werd er rector, waarschijnlijk van de Latijnse School. In 1674, het jaar waarin Oudaen hem attaqueerde, werd hij tevens gekozen tot ouderling. |
FAMILIE |
|
Van den Bos werd op 9 april 1620 gedoopt in de Oude Kerk te Amsterdam. Hij was van Zuidnederlandse afkomst; zijn grootvader was in 1585 samen met vele geloofsgenoten gevlucht naar de Noordelijke Nederlanden. |
FAMILIE |
|
Op 31 mei 1641 ging Lambert in ondertrouw met Maria van Beeck uit Delfshaven. Daar vond op 23 juni de huwelijksplechtigheid plaats24, al ging het echtpaar in Amsterdam wonen. |
FAMILIE |
|
Uit de akte van ondertrouw blijkt dat Lambert het beroep van apotheker uitoefende en dat hij bij de Munt woonde25. Uit het huwelijk werden minstens negen kinderen geboren. |
KINDEREN |
|
Zijn eenige dochter Maria huwde in Maart 1672 te Dordrecht met Willem de Beveren. |
KINDEREN |
|
Lamberts dochter Maria in 1672 trouwde met de zoon van de drost van Develstein; een dergelijk huwelijk zou zeker geen doorgang hebben gevonden als de vader van de bruid lallend over straat liep. |