ALGEMEEN |
|
van de te Hoog Blokland woonachtig Theodora Cornelia Margaretha van Son in 1820 de Heerlijkheid Gellicum met daarbij drie percelen grond aangekocht (door generaal van Helden). |
ALGEMEEN |
|
Kasteel en heerlijkheid sedert 11 april 1800 in bezit van Hendrik 't Hooft, die deze had gekocht van zijn schoonmoeder Adriana Tengnagell, weduwe van Pieter Nicolaas van Son. |
ALGEMEEN |
|
in 1374 bezitters van een huis te Gorinchem, Otto van Gellinchem, leenman van Arckel in 1395 en Jan van Gellinchem, schepen van Gorinchem in 1422 en 1434. In 1444 komt de Heerlijkheid allereerst in het bezit van Gijsbert van Giesen |
ALGEMEEN |
|
waarna het vervolgens in 1482 overgaat op Johan van Weerdenborch. Als erfgenaam wordt daarna zijn dochter Derica in 1538 met Gellinchem beleend. Zij trouwt met Otto van Scherpenseel |
ALGEMEEN |
|
Daarbij komt het in het bezit van het geslacht De Rivière (later Van der Rivieren). Uiteindelijk komt de Heerlijkheid in 1620 in het bezit van het oud-adellijk geslacht Tengnagell om daarin regelmatig te vererven tot in het jaar 1790. |
ALGEMEEN |
|
Het kasteel Gellicum werd in 1802 afgebroken. Aan een lange trotse geschiedenis kwam een eind. De eigenlijke Heerlijkheid Gellicum, bestaande uit de polder van Gellicum en de Oude Oyen, |
ALGEMEEN |
|
met het dorp Gellicum, kasteel, enz., groot ruim 484 hectaren, was al eerder verdwenen. |
ALGEMEEN |
|
Het kasteel werd in 1802 echter afgebroken vanwege financiële problemen van de eigenaar (Hendrik 't Hooft). |
KINDEREN |
natuurlijk kind |
Alexander Gijsbert van Son, geb. 26-3-1810 Gellicum, X Suzanna Jacoba Hermana van Gijsen Koning (18-6-1845 Rotterdam). |
KINDEREN |
natuurlijk kind |
Lodewijk van Son, geb. 11-1-1813 Gellicum, overl. 2-10-1884, X Nelida Petronella Molenaar (8-8-1844 's Hertogenbosch) |