Erfdeling |
201 |
Jan ende Anna, broeder ende suster, kinderen wijlen Gerit Geritsen van Broeckhoven bij desel-ven wijlen Gerart en wijlen Marie sijne huijsvrouwe dochter wijlen
Coppen tsamen verweekt. De voorscreven Anna geassisteert met Adriaen Geraerts van Dam, haere swager, als haere gecoren mom-boir. Janne soo voor hem selve ende daerenboven die voorscreven Jan als transport hebbende van (...) Geriden, sijne broeder, oijck sone wijlen Gerart ende Marie voorscreven. Jan sone Gielis Gel-dens als man ende momboir
van Engelken sijne huijsvrouwe; Adri-aen oone Wouter Stevens als man ende momboir Hester sijne huijs-
vrouwe; Willem Cornelis Berthens als man ende momboir Jenneke sijne huijsvrouwe; allen gesusters, dochters van wijlen Gerit en
Maria voorschreven. Matheus Jansen als man ende momboir van Cornelia sijne huijsvrouwe, voordochter wijlen Wouter sone wij-
len Gerart ende Marie voorscreven, soo voir sijn selven als mede in den name ende vanweghe van Cornelisen Jansen Ruijshoven
als man ende momboir Peterke sijne huijsvrouwe, oijck dochter wijlen Wouter sone wijlen Gerart en Marie voorscreven; deselve
Matheus alsnoch inde name ende vanwegen ende hem fort ende sterck makende voor Jenneke dochter wijlen Wouter voorscreven
ende daerenbovens hem sterck makende voor de onmondige kijnde-ren wijlen Adriaen sone wijlen Wouter voorscreven. Adriaen sone
wijlen Aerdt sone wijlen Gerart ende Marie (...) ende hebben met malcander gemaeckt erffdeijlinge. |
1648 |
RAT, Oisterwijk R 342, f74, 1648 (bron Wim Cöp) |