Persoonsnr | 10726 | Stamvader | Relatiecluster_1 | ||
Achternaam | Marnix | Stammoeder | Relatiecluster_2 | ||
Overige_namen | van | Vader | Jacques (Jacob) de Marnix 1510 | Naamgenoot | |
Voornaam | Philips | Moeder | Marie de Haméricourt 1510 | ||
Beroep_bijzonderheden | geus, heer van St. Aldegonde | 1e_partner | Philippotte van Belle (de Bailleul) 1540 | 4e_partner | |
Relaties_bijzonderheden | X 1) Philippotte van Belle (de Bailleul) (ca 1565), dr v NN van Belle en NN. X 2) Catharina van Eeckeren (1587), dr v en . | 2e_partner | Catharina van Eeckeren 1540-1591 | 5e_partner | |
Data_persoon | Philips van Marnix, zn v Jacques (Jacob) de Marnix en Marie de Haméricourt. Geb. 1540. overl. 1598. Heer van St. Aldegonde. Geus, sterke relatie met Lodewijk van Nassau en Hendrik van Brederode. Ondertekenaar verbond der edelen. | 3e_partner | 6e_partner | ||
Geboortemaanddag | 0 | Overlijdensmaanddag | 0 | Rechte_afstamming | 0 |
Geboortemaand | 0 | Overlijdensmaand | 0 | Speciaal | 0 |
Geboortejaar | 1540 | Overlijdensjaar | 1598 | Niet_publiek | 0 |
Geboorteplaats | Plaats_overlijden | Man | 1 | ||
Geboorteprovincie | Provincie_overlijden | ||||
Geboorteland | Land_overlijden | Bron | |||
Dochter | Amelia van Marnix 1570 | 1e_partner | Rutger Wessel van den Boetzelaer 1562-1632 | 2e_partner |
Aard | Bron | Omschrijving | ALGEMEEN | Vanaf 1562 hield hij zich vooral schuil in Breda, waar hij zich aansloot bij de ondergrondse (overwegend Franstalige) calvinistische gemeente. | ALGEMEEN | Hij speelde een rol in het verbond der lage edelen en hij was er op 5 april 1566 bij toen deze verbonden edelen aan de landvoogdes, Margareta van Parma, het bekende Smeekschrift aanboden. | BEZIT | 1567 | Doordat Beauvoir, de commandant der troepen, die bij Austruweel Jan van Thoulouse en zijn legertje vernietigd hebben, van Philips II gedaan heeft weten te krijgen, | BEZIT | 1567 | dat de goederen der beide broeders Marnix te zijnen behoeve verbeurd verklaard werden, bevond Philips zich destijds zelfs in zulke armelijke omstandigheden, dat hij door zijn vrienden onderhouden moest worden. | BEZIT | 1567 | Een paar van die vrienden kan ik noemen: Unico Manninga, en de zich destijds ook te Emden bevindende Arent van Dorp; zie Resolutiën van de Staten van Holland 1575 No. 115 (blz. 135) | BEZIT | 1567 | Marnix misschien wel bijzonder graag heeft opgenomen, omdat haar bezitter (Unico Manninga) goede relaties met diens oom Arnold van Waelwijck onderhield |
---|