LEEN |
VOORHOUT 71. 40 s. uit de herstbede (1364: het schot) van Voorhout. |
11-3-1486: Jan van der Zonne bij dode van Dirk van de Zonne Nikolaasz., zijn vader, LRK 120 c.Nd.Holland fo. 26.
2-3-1487: Nikolaas van der Zonne Dirksz. bij overdracht door Jan, zijn broer, LRK 120 c.Nd.Holland fo. 31. |
LEEN |
idem |
9-3-1488: Nikolaas de Milde Jansz. bij overdracht door Nikolaas van der Zonne, LRK 120 c.Nd.Holland fo. 4Ov-41. |
LEEN |
OV 649 november 2012, Drs. Ronald A. van der Spiegel. |
De rentmeester van Noord-Holland betaalde van 1458/1459 tot en met 1471/1472 de 40 schelling uit aan Dirck Claesz. (46). Na het overlijden van de leenman werd de rente in 1472/1473
uitbetaald aan zijn niet bij naam genoemde weduwe en aan |
LEEN |
idem |
Jan Meinaartsz., als voogden van de wettige zonen van Dirck Claesz (47). De uit Rijnsburg afkomstige, maar in Den Haag wonende, Jan Meinaartsz. was onder meer procureur-generaal bij het Hof van Holland. Voorzover ik zie, was hij niet |
LEEN |
idem |
verwant aan de familie Van der Zonne (48). Clemens Willemsdr. gaf 1474/475 als moeder, samen met Jacob van der Zonne als zijn oom en gekoren voogd, een kwitantie af aan de rentmeester van Noord-Holland voor de betaling van 2 pond |
LEEN |
idem |
rente aan haar zoon Willem Dircxsz. van der Sonne. (49). Dit bleef zo tot in 1480. (50). Het renteleen moet de reden zijn geweest dat in 1470 Dirck Claisz van den Zonne, wonende te Den Haag, 7 pond 10 schelling betaalde aan de grafelijkheid |
LEEN |
idem |
ter afkoop van grafelijkheid ter afkoop van de krijgsdienst die hij als achterleenman van de graaf verschuldigd was.(51). In hetzelfde jaar kocht ook Haze Dirck Claisz. van der Zonne, wonende te Leiden, voor hetzelfde bedrag deze |
LEEN |
idem |
verplichting af. (52). Wie Haze was, weet ik niet.
Clemeynse van der Sonne bezat een erfrente van 9 pond ten laste van het Sint Nicolaasgasthuis in Den Haag. Deze rente werd in 1488 uitbetaald aan een Willem Claesz. (53) |
LEEN |
idem |
Noot 47: NA, AGR inv.nr. 306 Rekening van de rentmeester van Noordholland Jan van Assendelft 1-10-1472 t/m 1-10-1473 fol.
92v.
Noot 48: De loopbaan van Jan Meinaartsz. in Damen, De staat |
LEEN |
idem |
van dienst 474. Voor zijn familie zie H.M. Kuypers, Waarom de familie Heer te Rijnsburg zich Van Alphen ging noemen, in: Ons Voorgeslacht jrg. 48 (1993) blz. 305-330, aldaar 320-322. |
LEEN |
idem |
Noot 49: NA, AGR inv.nr. 309 fol. 107; AGR inv.nr. 314 fol. 81v.
Noot 50: NA, AGR inv.nr. 313 fol. 80.
Noot 51: NA, AGH inv.nr. 876 Staat van de dienst of de |
LEEN |
idem |
afkoop daarvan op alle leengoed in Holland, opgesteld door Lodewijk, heer van Gruuthuse fol. 18v.
Noot 52: NA, AGH inv.nr. 876 fol. 47v.
Noot 53: HGA, Archief Sint Nicolaasgasthuis inv. nr. 18 fol. 8. |