ALGEMEEN |
|
Brief van de hertog van Brabant aan jonker Jan Dicbier, zijn leenman, met een oproep om naar Leuven te komen voor beraadslagingen, (eerste helft 15e eeuw, ná 1429) |
BEZIT |
|
In 1469 verkocht deze het Graafschap Megen aan Guy van Brimeu, ridder van het Gulden Vlies, heer van Humbercourt, baron van Wesemale en ambtman van het Land van Maas en Waal; |
BEZIT |
|
hierdoor geraakte dit Graafschap voor altijd uit het bezit der Dicbier's; wat hij met het Hooghuis van Megen deed, als hij, wat wel zeer waarschijnlijk is, daarvan ooit eigenaar zoude zijn geweest, blijkt niet. |
BEZIT |
|
Dat hij het was, valt hieruit af te leiden, dat blijkens G.A. Meyer de Predikheer en te den Bosch p. 8 hij bij zijn testament van 11 Mei 1457 bepaalde, dat hij in de kerk van het Predikheerenklooster aldaar, |
BEZIT |
|
dat niet ver van het Hooghuis van Megen stond, bij zijne voorouders zoude begraven worden en dat hij aan dat convent, behalve zijn zilver, een jaarlijksche rente van fl 158 op de |
BEZIT |
|
heerlijkheden Cranendonck, Eindhoven en Woensel vermaakte voor de stichting van vier plechtige jaargetijden met brooduitdeeling tot rust zijner ziel, terwijl zijne weduwe Herbrecht van Bronckhorst blijkens datzelfde werk p. 232 bij |
BEZIT |
|
haar testament van 12 April 1501 bepaalde: ende begere mijn sepulture binnen der convent van de Predikaren, in der stat van 's Hertogenbossche gelegen. |
FAMILIE |
|
De Dicbier's, die Graven van Megen waren, voerden in hun wapen drie molenijzers (2 en 1) en hadden tot helmteeken een heiblok. Goeswijn Moedel Dicbier en Arnd Dicbier, ridder, respectievelijk schepenen van den Bosch in 1362 en 64, |
FAMILIE |
|
broeders van Jan Dicbier, wiens vrouw, als gezegd Elsbena was, hadden eveneens drie molenijzers in hun wapen, dat echter in het hoofd gebroken was door een barensteel. |
FAMILIE |
|
Het helmteeken, dat de Dicbier's van Megen boven hun wapen hadden, geeft reden te veronderstellen, dat genoemde personen tot dezelfde familie Dicbier behoorden als, die, welke oorspronkelijk |
FAMILIE |
|
Blocx heette en in haar wapen drie heiblokken (2 en 1) voerde, zooals o.a. deed Henrick Dicbier Goijartszn, die van 1403—29 schepen van den Bosch was en wiens zoon Willem Dicbier heette; |
FAMILIE |
|
behalve de heiblokken had hij in zijn wapen ook nog een daar tusschen stappende beer. Willem Dicbier Janszn, schepen van den Bosch in 1407, had mede drie heiblokken in zijn wapen, echter vergezeld van eene ster, |
FAMILIE |
|
welke tusschen de beide bovenste stond, terwijl Roelof Dicbier, die in 1475 leefde, ook de drie heiblokken voerde, doch zijn wapen brak door een vierblad tusschen de twee bovenste blokken |
FAMILIE |
|
De herinnering aan de Dicbier's wordt nog levendig gehouden in de St. Annakapel der St. Janskerk te den Bosch, want daarin bevinden zich eenige zeer oude fresco's en daaronder o.a. deze opschriften: |
FAMILIE |
|
Jofvrou Cathelijn, heer Eduard Dicbier, rydders, huysvrouw overleed Assumptionis 1423; Jovvrou Corneliken Vladeracken, huysvrouw heer Hendrick Dicbier, gestorven Lichtmisdag 1424; |
FAMILIE |
|
Joufr. Godelieve, dochter heer Henrick Dicbier, gest. Cecilienavent 1431. |
LEEN |
|
Akte van overdracht voor het Leenhof van Brabant door Hendrik Dicbier aan zijn broer Jan van de heerlijkheid Mierlo met alle toebehoren en de molen te Coll, 1429. Kopie, (1e helft 17e eeuw) |