Erfdeling |
149 |
Peter sone wijlen Jans van Heessel. Jacob Geritss Donck man ende momboir van Marije sijn huijsvrouw, dochtere wijlen Jans van Heessel. Joost Verbeeck man ende momboir Elisabeth sijne huijsvrouw dochter wijlen meester Hendricx Groenendonck, soo voor sijn selven ende als last ende procuratie hebbende van meester Jan van Croenendonck, ende Huijbrecht van Budel man ende momboir juffrouw Johannen van Groenendonck dochtere wijlen meester Hendricx van Groenendonck bijden selven ende Johanna dochter Jan van Heessel wettelijck verweckt. Ende Bartholomeus soone wijlen Jan Janss van Heessel met Jenneken sijne suster ende Nicolaes Peters van Grinsven wittich man ende momboir Genoveva sijnen huijsvrouwe. Lambert Willem Kemps man ende momboir Marie sijnder huijsvrouw. Wettige kijnderen ende dochtere wijlen Jan Janss van Heessel. Jan sone Jans Janss van Heessel de Jonge voor sijn selve ende deese alnoch met Nicolaes vanden Sande, man ende momboir Marija sijnder huijsvrouwe wedue Jans Janss van Heessel de Jonge, hem fort ende sterck maeckende voor Adriaen ende Dielissen, Anna ende Adriana broederen ende gesusteren kijnderen wijlen Jans soone Jans van Heessel de Jonge meergenoempde. Dirck Rutgher vande Haegen man ende momboir Magdalena sijne huijsvrouw, naergelaten wedue wijlen Adriaen sone Jans Janssen van Heessel, hem fort ende sterck maeckende voor Jannen, Hendricken ende Engelbert sone wijlen Adriaens van Heessel ende Magdalena voorgenoemde ende die voirschreven Nicolaes Peter van Grinsven, alnoch met Bartholomeus van Heessel als met meester Jan van de Berch momboiren ende curateuren over Adriana onbeijaerde dochtere wijlen Geraert sone Jan Jans van Heessel, verweckt bij Catharina van den Berch. In die qaliteijt alle testamentelijck erffgenamen van wijlen Alphonsa Janssen van Heessel, ierste naergelaten weduwe van wijlen Hendrick Corstiaenssoon vanden Aa.
|
1649 |
RA St. Oedenrode Inventaris 115 jaar 1649 folio 319 |