BEROEP |
|
1541 ã 1542 Mr. Henrick van Sonne. In de archieven van de Stedelijke Overheid en de Dienst der Fortificatiën komen wij regelmatig aantekeningen tegen over het uitdiepen en verbreden van de grachten en watergangen |
RECHTSZAAK |
128. 1447, februari 3 |
128. 1447, februari 3 (des anderen daigs nae onser lieven Vrouwendach purificatio) |
RECHTSZAAK |
128. 1447, februari 3 |
Jan van der Elst en Aert Godevaerts Backszoen, schepenen van Oisterwyck, dat Jan Jan Wytmanssoen, Dirck Henrick Nellenzoen en Jan Vendick Henrixzoen, mombers en provisoren van de H.Geest Tafel, uit kracht van zeker privilege van de bisschop van Ludic |
RECHTSZAAK |
128. 1447, februari 3 |
een erfscheiding hebben aangegaan met Jan, zoon van wijlen Wouter Poynenborch, mede namens de erfgenamen van zijn broeder wijlen Peter Wouterzoen Poynenborch, waarbij de H.Geest Tafel verwerft een cijns van een half pond oude payment |
RECHTSZAAK |
128. 1447, februari 3 |
gaande uit het erve van de erfgenamen van wijlen Jan Stempels, gelegen in Carchoven, dit in ruil voor een cijns van 16 vlaamse groten, welke Jan Poynenborch jaarlijks aan de H.Geest geldt uit de Laeracker onder Haeren. |
TRANSPORT |
BP 293. 1226/107-4/24-07-1456. Solvit. |
Genoemde Leonius droeg bovengenoemde helft van een huis en tuin over aan Henricus Johannis van Zonne. De beloften, vandaag door genoemde Henricus gedaan, blijven intact. |
TRANSPORT |
BP 296. 1226/141v-6/24-07-1456. Solvit. |
Henricus Johannis van Zonne beloofde Leonius Ghisberti van Megen en Arnoldus Arnoldi sGreven, onder verband van bovengenoemd huis en tuin, dat hij de erfpacht van 1 mud rogge, die Godefridus van Hulsen daaruit en uit andere goederen beurt, zal betalen. |